This site will work and look better in a more modern browser, but it is still accessible to any browser or Internet device. You should upgrade your browser, if possible.
Twee reizigers waren samen op weg, toen plotseling een beer op hun pad verscheen.
[]
Voordat hij hen in de gaten kreeg, rende de een naar de boom aan de kant van de weg
{}
en klom tussen de takken en verstopte zich daar.
{}
[]
{}
De ander was niet zo snel als zijn metgezel;
en omdat hij niet kon ontsnappen, wierp hij zich op de grond en deed of hij dood was.
[]
De Beer kwam naderbij en besnuffelde hem overal, maar hij hield zich heel stil en hield ook zijn adem in:
{}
want men zegt dat een beer een dood lichaam niet aanraakt.
{}
De Beer dacht dat het een lijk was en ging weg.
{}
{}
Toen de kust veilig was, kwam de Reiziger in de boom naar beneden
{}
[]
{}
en vroeg de ander wat de beer hem nu had toegefluisterd toen hij zijn bek tegen zijn oor hield.
{}
[]
[]
{}
De ander antwoordde: "Hij zei me nooit meer op reis te gaan met een vriend die je bij het eerste teken van gevaar in de steek laat."
{}
In de nood leert men zijn vrienden kennen.